Tijdens een cataractoperatie (staaroperatie) wordt de eigen troebele lens vervangen door een nieuwe implantlens. Soms kan het gebeuren dat de verkeerde lens wordt geplaatst bij een cataractoperatie: wat zijn dan de oplossingen? Dat hangt vooral af van wat het probleem juist is: ofwel is de lenssterkte verkeerd, ofwel is de lens van het verkeerde type

De lenssterkte is verkeerd

Voor de cataract operatie meten we heel veel verschillende parameters van het oog. Hiermee gaan we dan de juiste lenssterkte berekenen: dit wil zeggen: de sterkte van de lens waarmee het zicht voor veraf goed zal zijn. Jammer genoeg is er hier een foutenmarge: het kan zijn dat zelfs met perfecte metingen we niet helemaal juist uitkomen. Bij een ‘standaard’ ingreep krijgen we 85% a 90% van onze patiënten heel mooi op de 0 sterkte. Een zeer goed zicht voor veraf dus. Een 10% ziet dus nog niet perfect voor veraf en zou dus nog een lichte bril nodig hebben. Bij moeilijkere berekeningen (bijvoorbeeld bij patienten met krasjes of na ooglaseren) daalt dat percentage tot 60 a 70%.

Wat zijn hier onze opties?

  • Een bril of contactlenzen dragen
  • De sterkte wegwerken door je ogen te laseren. Meestal is dit dan met de LASIK methode omdat de afwijkingen vaak vrij klein zijn
  • Een extra implantlensje plaatsen voor je eigen kunstlens. Er bestaan zeer dunne lensjes (oa de 1stQ Addon lens) die speciaal gemaakt is om voor een bestaande kunstlens te plaatsen. Deze kunnen dan de sfeer of cylinderafwijking van de ‘verkeerde’ lens corrigeren
  • De verkeerde lens (kunstlens) vervangen door een lens met de juiste sterkte. Deze ingreep is iets complexer, maar toch vrij goed doenbaar wanneer het lensimplantaat nog niet lang aanwezig is. Binnen de 4 tot 6 weken is het vrij eenvoudig om deze verkeerde lens te vervangen. Na 6 weken is deze lens vrij sterk vastgegroeid en is het wat lastiger om deze te vervange

De lens is van het verkeerde type

Vaak wordt bij een cataract operatie een ‘monofocale’ lens (ook soms standaardlens) genoemd. Dit is een lensimplantaat met maar één focus, meestal voor veraf. Er bestaan echter ook andere types zoals het ‘multifocaal lensimplantaat‘ dat scherp ziet zowel voor veraf als voor dichtbij. Dat lensimplantaat heeft drie focuspunten: voor veraf, voor de pc (tussenafstand) en voor dichtbij. Een klein nadeel van deze lenzen is dat deze ’s nachts wat halo’s kunnen geven rond lichten bij het autorijden. Maar wanneer we deze in de juiste omstandigheden plaatsen geeft deze duidelijk meer comfort voor alledaagse taken dan een monofocale lens.

Wanneer een monofocale lens geplaatst is en je wil toch kunnen lezen zonder leesbril (multifocaal dus), wat zijn dan de opties?

  1. We kunnen de monofocale lens vervangen door een multifocale lens. Dit kan vrij makkelijk binnen de eersete 4 a 6 weken na een ingreep.
  2. We kunnen een extra lensje plaatsen voor je huidig lensimplantaat. Dit kan ook makkelijk jaren na de ingreep gebeuren. Dit extra lensje kan dan het multifocale zicht geven dat door de monofocale lens niet mogelijk was. We gebruiken hiervoor het type ‘1stQ addon, multifocaal‘. Dit geeft een goede kwaliteit van zicht, en kan (net als gewone multifocale lensimplantaten) wat halo’s geven ’s nachts bij het auto rijden. Extra groot voordeel van deze ‘extra lens’ is dat ze verwijderbaar is.