Welke soort lensimplantaten bestaan er?

Er zijn twee situaties waarbij we een nieuw lensimplantaat gaan plaatsen. Dit gebeurt bij een cataract operatie, omdat de eigen lens te troebel is en het zicht achteruit gaat. Dit doen we ook bij mensen die hun multifocale bril beu zijn: hierbij kunnen we vaak een lensimplantaat plaatsen dat dan scherp ziet zowel voor veraf als voor dichtbij.

Het resultaat van beide operaties is heel sterk afhankelijk van welke lens we juist gaan plaatsen. Elke lens heeft zijn eigen kenmerken en die gaan uiteindelijk bepalen hoe het zicht wordt op elke afstand. We proberen dan vooraf ook zo goed mogelijk een idee te hebben wat juist de wensen zijn van de patiënt en de parameters van het oog zodat we een lensimplantaat kunnen kiezen dat het best de verwachtingen kan inlossen.

 

glaucoom

Een multifocaal lensimplantaat

Het multifocaal lensimplantaat gaan we plaatsen bij mensen die zo weinig mogelijk nog een bril willen dragen. Niet voor ver en niet voor dichtbij. Ze werken doordat ze het licht gaan verdelen op verschillende focuspunten.

Het trifocale lensimplantaat: sterke leesfocus

De meest gebruikte versie hiervan is een ’trifocale’ lensimplantaat. Die zal het licht verdelen over 3 zones:

  • 1 zone van de lens stelt scherp voor veraf. Deze krijgt meestal het grootste deel van het licht, ongeveer 45%.
  • Een tweede zone is voor dichtbij, ongeveer op 33cm. Dit is om te kunnen lezen. Deze zone krijgt ongeveer 35% van het licht.
  • Een derde zone focust op 50 cm. Dit is voor PC werk, om een GPS te lezen in de auto of om een PC scherm te bekijken. Deze krijgt 25% van het licht.

blank

Doordat het licht verdeeld wordt over verschillende zones is er voor deze afstanden geen bril meer nodig. Maar netto is er wel minder licht beschikbaar om te lezen, dus heb je zeker voldoende licht nodig wanneer je leest. In schemerduister zal je bij zo’n multifocaal lensimplantaat dus nog een leesbril gebruiken, maar in normale omstandigheden niet. Merk ook dat de focus op computerafstand het minste licht krijgt. Voor de meeste mensen is dit nog voldoende, maar sommigen gaan bij lang PC werk toch nog altijd een bril opzetten.

Voorbeelden van dit type zijn de Finevision lens van Physiol en de Pantoptix lens van Alcon.  Er zijn tientallen verschillende types multifocale lenzen en we selecteren deze waarvan we uit ervaring weten dat ze het best mogelijke resultaat kunnen geven. Doordat de verschillende lenzen verschillen hebben in lichtverdeling en focusafstanden gaan ze ook voor sommige afstanden beter of slechter zijn. Daarom proberen we een idee te krijgen van de levensstijl en noden van onze patiënt, zodat we dit kunnen matchen met de best mogelijke lens.  Een multifocaal lensimplantaat met hoge leessterkte zal goed zijn voor iemand die heel veel leest. Maar een golfer zal een lens verkiezen die zo scherp mogelijk is voor veraf, en een iets minder leeszicht er wel bij nemen.  We kunnen dus niet bij elke patiënt net dezelfde kunstlens plaatsen, we moeten de lens matchen met de levensstijl van de patiënt.

Een nadeel van dergelijke trifocale lensimplantaten is dat die ringvormige zones zichtbaar zijn ’s nachts. De ringen zijn zichtbaar als halo’s rond lichten in de donkerte. In het begin is dit sterk aanwezig, na verloop van tijd gaan de hersenen die wegfilteren zodat ze wel nog opgemerkt worden, maar niet meer storend zijn.

Soms kan een multifocaal lensimplantaat niet voldoen aan de verwachtingen van de patënt en gaan we deze dan ook niet plaatsen. Of soms is de optiek van het oog niet geschikt om een multifocaal lensimplantaat te plaatsen, en ook dan gaan we passen voor een ingreep. Een zeer belangrijke parameter is de centrage van het multifocaal lensimplantaat. We weten vanuit de studies dat in sommige ogen een multifocaal lensimplantaat mooi zal centreren (een lage angle kappa). Dat geeft het beste zicht voor veraf en ’s nachts. Bij een hogere angle kappa (slechte centrage van de lens) gaat de kwaliteit op alle afstanden achteruit (zeker voor het nachtzicht) en ook dan gaan we zo’n lensimplantaat afraden. Je kan dit effect vergelijken met brilglas dat niet goed gecentreerd is: ook hier zal het zicht voor ver en dicht niet goed genoeg zijn.

 

Het multifocaal lensimplantaat met zwakke leesfocus: de comfortlenzen

Dit is eigenlijk een verzameling van lenzen dat een focus heeft voor veraf en een focus op tussenafstand, tot +/- 60cm. Om echt te kunnen lezen is zo’n multifocaal lensimplantaat te zwak. Het voordeel is dat deze lens zijn licht maar moet spreiden over 2 focuspunten, en er hier dan ook geen kwaliteitsverlies optreedt.  Dat verschil in kwaliteitsverlies is vooral merkbaar ’s nachts: zwakke multifocale lensimplantaten hebben een beter zicht bij het autorijden ’s nachts.

We hebben hier keuze uit een groot gamma aan lenzen. Een typisch voorbeeld hiervan is de comfortlens van Lentis. Deze heeft een leessterkte van +1.5, meestal voldoende om met de PC te werken (vaak, maar niet altijd). Een ander voorbeeld is de Vivity lens van Alcon. Ook deze heeft een leessterkte van ongeveer +1.5.

 

De monofocale lensimplantaten

blank

Deze lensimplantaten hebben maar 1 focus: voor veraf. Daardoor is het zicht voor veraf zeer goed (mits we mooi op de “0” sterkte uitkomen). Ook het zicht ’s nachts is goed. Nadeel van die ene focus is dat het zicht voor dichtbij sowieso wazig is. U zal dus nog een leesbril nodig hebben om te lezen en om met de computer te werken.

Deze lens is de voorkeurlens voor mensen die nadien nog een bril willen dragen. Ze is dan ook terugbetaald bij een cataract ingreep. Ook wanneer de optische centrage van het oog niet goed is (een hoge angle kappa, zie hierboven) is dit een lens die de beste kwaliteit zal geven.

Een torisch lensimplantaat

Een torisch lensimplantaat is een lensimplantaat die ook een cylinder (“astigmatisme”) mee corrigeert. Dat is nodig wanneer de vorm van het oog niet perfect rond is (zoals een voetbal) maar iets meer afgeplat (zoals een rugbybal). Een gewone ‘ronde’ (sferische) lens zou het zicht dat niet scherp genoeg maken. Dan plaatsen we een torisch lensimplantaat, die zal dan ook die cylinder mee corrigeren.

Dat torisch lensimplantaat kan dan monofocaal zijn of multifocaal, dat maakt op zich verder niet uit. We gaan bij onze ingrepen zeer snel kiezen voor een torisch lensimplantaat, ook wanneer er maar een kleine cylinder aanwezig is. Hoe nauwkeuriger we die kleine sterktes kunnen corrigeren, hoe scherper het zicht uiteindelijk zal zijn.

 

Lensimplantaten met of zonder filter

Lensimplantaten komen in 2 soorten: de volledig transparante lenzen en de lenzen met een lichte gele kleur. Die lichte gele kleur is zo gekozen dat die lijkt op de kleur van de natuurlijke lens van iemand van 65 jaar. Bij jonge kinderen is de lens nog perfect helder en kleurloos, door de jaren veroudert de lens licht en verandert de kleur. Als we dan de verkleurde (licht gelige) lens gaan vervangen door een lensimplantaat zonder kleur dan gaan de kleuren plots een lichte blauwige schijn krijgen. Wit zal lichtjes violet lijken. In fotografie termen zou je kunnen stellen dat ‘de witbalans’ van het oog veranderd is. Mensen wennen hier wel snel aan. Bij iemand met een beroep waar kleur heel belangerijk is (schilders, mode gerelateerde beroepen) gaan een een lens steken met een licht gelige filter zodat het kleurzicht quasi niet verandert.  In de oogkliniek kiezen we meestal voor lenzen met een lichte gelige filter omdat mensen nadien ook minder last hebben bij fel zonlicht.

blank